De Green Deal is van oorsprong tot stand gekomen met het oog op klimaatmaatregelen. De Green Deal en relancebeleid sporen samen: de relancemaatregelen vormen een bijkomende opportuniteit om de Green Deal in de praktijk te brengen. In die zin behoort de Green Deal  tot de belangrijkste herstelmaatregel om de impact van de COVID-19 pandemie op te vangen. Het is, samen met het coronavaccin, een injectie om de samenleving duurzaam te helpen herstellen van (de impact van) de coronapandemie. Green deals brengen niet te onderschatten opportuniteiten met zich mee voor de industrie in het algemeen en de cleantech-bedrijven in het bijzonder.

Het meest bekend is wellicht de EU Green Deal, maar ook Vlaanderen heeft zijn Green Deal in stelling gebracht. Een van de eerste Vlaamse Green Deal-initiatieven is Circulair Bouwen. In een circulaire bouweconomie wordt restafval beperkt en worden producten en materialen zoveel mogelijk hergebruikt. Wel 290 Vlaamse actoren hebben zich geëngageerd in deze vrijwillige overeenkomst met de Vlaamse overheid. De aparte bijdrage van Wim Debacker, expert en trekker van het initiatief, alsook de bijdrage over het Infinity gebouw van Encon met  voorbeelden van innovatieve cleantech in de bouwsector werpen hier meer licht op.

De EU Green Deal werd in december vorig jaar voorgesteld door EC-voorzitter von der Leyen. Het beleidsplan krijgt vooral de aandacht omwille van zijn milieu- en klimaatbeschermingsagenda. De agenda houdt rekening met vrijwel alle cleantech domeinen, zoals de transitie naar een circulaire economie, het bereiken van klimaatneutraliteit, propere, betrouwbare en betaalbare energie en actieplannen voor schone lucht en zuiver water.

Maar de EU Green Deal is veel meer dan een agenda om het milieu te beschermen en de klimaat het hoofd te bieden. Het is ook een agenda voor economische groei. Groei die niet langer afhangt van fossiele brandstoffen, maar veeleer regeneratieve groei, die rekening houdt met duurzame concurrentie en concurrentiële duurzaamheid en die niet enkel neemt maar ook teruggeeft aan de planeet. Deze groei respecteert het delicate evenwicht tussen mens en levenskwaliteit, winst en onze voetafdruk op Moeder Aarde.

Alles  vanuit een systemisch oogpunt bekijken moet de kern worden van ons toekomstig industrieel beleid. Via een systemische transitie moeten we naar een circulaire economie evolueren, in de bebouwde omgeving, in de industriële sectoren, maar ook de wijze waarop we voedsel produceren. Dat maakt dat de opportuniteiten voor innovatiegerichte industrie legio zijn. Speciale aandacht verdient het Recovery & Resilience Fund, waarvan 5,1 miljard EUR naar België en 2,25 miljard EUR naar Vlaanderen komt.

Om de klimaatdoelen te halen, wil de Europese Commissie voor de bouwsector een ware renovatiegolf om de huidige lage renovatiesnelheid met een factor 3 op te drijven. Het gaat hier niet alleen om technologische innovatie. Ook sociale, organisatorische en financiële innovatie zijn aan de orde. Om dit te kunnen realiseren is er het Green Deal investment planwaarin naast de Europese en nationale budgetten ook een beroep wordt gedaan op privé-investeerders.

‘The transition must work for all, or will not work at all’. Het zijn woorden van EC-vicevoorzitter Timmermans die het belang van het sociale aspect weerspiegelen. Een rechtvaardige transitie moet regio’s ondersteunen die het meest worden uitgedaagd door de systeemovergang, denken we maar aan een koolstofvrije energieproductie. Het spreekt voor zich dat de beschikbaarheid van hernieuwbare energie hierin essentieel is.

Specifiek voor de industrie is er ook het herstelinstrument ‘Next Generation EU’, dat voor de periode 2021-2027 voorziet in een bedrag van 1074 miljard euro. Dit herstelinstrument wil rekening houden met leermomenten uit de crisis, ondersteuning bieden bij investeringen en hervormingen door de lidstaten en privé-investeringen stimuleren om een nieuwe impuls te geven aan de economie van de EU.

Mits deze passen in de scope van de Green Deal, bieden de herstelmaatregelen bedrijven de mogelijkheid om nieuwe, schone technologieën en producten te ontwikkelen, bijvoorbeeld door in  te stappen in demonstratie- en pilootprojecten en gebruik te maken van proeftuinen of regelluwe zones.

Daarnaast opent dit mogelijkheden om schone procestechnologieën en producten naar de markt te brengen. Speciale aandacht voor de Europese markten is daarom op zijn plaats.

De COVID-19 crisis indachtig biedt het bedrijven mogelijkheden om te vernieuwen en zich te profileren met een nieuwe brand, of – nog meer uitgesproken-, zich te herlanceren en heruit te vinden.

Onze cleantech bedrijven laten zich dan ook best informeren tijdens on-line events die georganiseerd worden door de daarvoor opgestelde actoren in het Vlaamse cleantech ecosysteem zoals Flanders Investment & Trade, de speerpuntclusters, innovatieve bedrijfsnetwerken en onderzoekscentra.

Frans Snijkers
Directeur Cleantech Flanders