GEZONDHEID

De impact van gebouwen op ons mentaal welzijn en onze fysieke gezondheid is enorm

Gebouwen en de bebouwde omgeving hebben onmiskenbaar een sterke invloed op onze gezondheid en ons welzijn. De focus is met de jaren verschoven van water- en energiegebruik naar een meer holistische benadering die ook rekening houdt met hoe gebouwen een invloed hebben op de mensen die erin vertoeven. In gebouwen en de bebouwde omgeving zijn welzijn en gezondheid de nieuwe duurzaamheid. En dat creëert opportuniteiten.

Iedereen gezond en WELL
Een van de doelen van groen ontwerpen is dan ook om de bebouwde omgeving gezonder te maken voor de bewoner. Gezondere gebouwen ontstaan door rekening te houden met een breed scala aan aspecten, die gaan over de binnenlucht- en waterkwaliteit, beheersing van geluid en temperatuur, het maximaliseren van bij voorkeur natuurlijk licht of zelfs aanzetten tot meer activiteit en beweging. De WELL bouwstandaard biedt ontwerpers een leidraad met aandacht voor wel tien domeinen: lucht, water, voeding, licht, beweging, thermisch comfort, geluid, materialen, geest en gemeenschap.

De natuur als uitvinder
De natuur biedt inspiratie, bijkomend kan technologie uitkomst bieden. Biofilie, of een biofiel ontwerp, maakt gebruikt van natuurlijke elementen, zoals bijvoorbeeld planten om de comfortervaring te verbeteren of een uitnodigend uitzicht dat bewoners aanzet om de trap nemen. Biomimicry is dan weer het ontlenen en overnemen van oplossingen die de natuur voor ons al heeft uitgevonden. Voorbeelden zijn koelsystemen die de natuurlijke luchtstroom zoals die optreedt in termietenheuvels trachten te benaderen, efficiënte ventilatoren die geïnspireerd zijn op de vorm van de vinnen van dolfijnen, of vuilafstotende verven en coatings waarvoor lotusbladeren model stonden. Het toepassen van circadiaanse technologie doet ons verder gaan dan enkel energie besparen. Circadiaanse verlichting ondersteunt het volgen van het circadiaanse ritme, het natuurlijke licht-donker ritme van een dag.

Afhankelijk van de functie van een gebouw bedragen de energiekosten slechts een klein percentage van de typische bedrijfskosten. Concentreren op energiebesparing is dan ook niet altijd een goed idee, zeker niet als gezondere, gelukkigere en werknemers het doel zijn.

Ins en outs van gezonde binnenluchtkwaliteit
Met de COVID-19 pandemie kwam er recent ook meer aandacht voor luchtgedragen virussen, als een van de parameters die een aanzienlijke impact kunnen hebben op de kwaliteit van de lucht die we inademen en dus ook op onze gezondheid. Luchtkwaliteit is van groot belang en wordt bepaald door verschillende parameters, zoals chemische agentia, fijn stof (of PM2.5), roet, vluchtige organische stoffen (VOC) en stikstofoxiden. Maar ook microbiologische agentia, zoals pollen en schimmels bepalen mee de kwaliteit van de lucht. Voor velen blijft ‘luchtkwaliteit’ een probleem van de buitenomgeving: een probleem van mobiliteit, industrie en landbouw. Dat is ook zo, deels dan toch.

Toch kan in onze gebouwen de luchtkwaliteit sterk verschillend zijn van die van de buitenomgeving. Sommige vervuilende stoffen kunnen er zelfs in aanzienlijk hogere concentraties voorkomen. De luchtkwaliteit in een gebouw, wordt bepaald door 3 factoren:

  • De buitenomgeving
  • De gebouwschil
  • De binnenbronnen

De buitenomgeving bepaalt deels de binnenluchtkwaliteit. Dat zijn zowel chemische, biologische als fysische parameters (denk aan geluidshinder). Intens (vracht)verkeer in de buurt zal bijvoorbeeld een impact hebben op de hoeveelheid roet of benzeen  in de directe buitenomgeving van een gebouw.

Daarom bepaalt de gebouwschil verder hoeveel van die buitenomgeving binnendringt in een gebouw, met als belangrijk aspect het ventilatiesysteem. Bij een gecontroleerde aanvoer van buitenlucht, biedt het ventilatiesysteem de mogelijkheid om toekomende lucht te zuiveren; bijvoorbeeld door middel van filters, filtercombinaties of andere luchtzuiveringssystemen kunnen specifieke chemische agentia (zoals fijn stof, roet, of vluchtige organische stoffen) maar ook pollen uit de aangevoerde verwijderd worden.

Vaak wordt de impact van binnenbronnen erg onderschat. Hiertoe behoren bouwmaterialen, maar ook consumentenproducten zoals schoonmaakproducten, geparfumeerde producten, meubels, kantoormateriaal, elektronica, maar ook activiteiten die binnen plaatsvinden zoals koken, stofzuigen en zelfs gewoon de aanwezigheid van de mens. Lage-uitstoot bouwmaterialen, meubels en decoratieproducten zijn alvast een belangrijke stap in de goede richting: de uitwaseming van vooral vluchtige organische stoffen uit deze producten is aanzienlijk lager, waardoor hun bijdrage tot de binnenlucht sterk vermindert. Een goed productbeleid kan ervoor zorgen dat enkel producten met lage-uitstoot op de markt kunnen komen (K.B. tot vaststelling van de drempelniveaus voor de emissies naar het binnenmilieu van bouwproducten voor bepaalde beoogde gebruiken, 8 mei 2014). Voor alle andere materialen en producten die in gebouwen gebruikt worden, bestaat er echter geen wetgevend kader. Sensibilisering van consumenten, aannemers en architecten is daarom belangrijk. Zowel bron- -als blootstellingsbeperking tijdens elke fase van het bouwproces blijven echter de belangrijkste stap op weg naar een gezonde binnenlucht in gebouwen. “Ventilatie kan idealiter beperkt worden tot een minimum van 4 L/s per persoon, in een gebouw met maximale aandacht voor bronbeperking”, zo besloot het Europese onderzoeksproject ‘Healthvent’. Die bronbeperking heeft dan betrekking op (bouw)materialen en productgebruik, maar ook op ‘de mens als binnenbron’, waardoor ten tijde van een pandemie als Covid-19 een doeltreffende bronbeperking (tijdelijk) niet mogelijk is. Ook de Wereldgezondheidsorganisatie adviseert daarom een betere ventilatie ten tijde van de pandemie (WHO, ISBN 9789240021280, 1 maart 2021). Gestuurde ventilatie, die door middel van sensoren het gebouwgebruik en de impact ervan op bepaalde binnenmilieuparameters in een gebouw continu monitoren, zijn een belangrijke stap in de goede richting naar een zo energie-efficiënte en doeltreffende ventilatie toe.

   

Marianne Stranger
Senior onderzoeker VITO

Frans Snijkers,
Directeur Cleantech Flanders

 

 


BACK
Share

© 2021 Cleantech Flanders – All rights reserved Although care has been taken to ensure the accuracy,
completeness and reliability of the information provided, Cleantech Flanders assumes no responsibility therefore. The user of the information agrees that the information is subject to change without notice. Cleantech Flanders assumes no responsibility for the consequences of use of
such information, nor for any infringement of third party intellectual property rights which may result from its use. In no event shall Cleantech Flanders be liable for any direct, indirect, special or incidental damage resulting from, arising out of or in connection with the use of the information.

Houthalen, 31 December 2020

Responsible publisher: Frans Snijkers, Director
Text: Cleantech Flanders
Concept and design: Kaplus

Greenville, Centrum-Zuid 1111
3530 Houthalen-Helchteren
info@cleantechflanders.com